24 mei 2016 om 15:22 uur door Jan Taco te Gussinklo
Je zou het misschien niet zeggen. Maar aan het uitdelen van medicijnen aan de opgenomen patiënt gaat een hele reeks van stappen vooraf. Het is het laatste onderdeel van een zorgketen, waarbij veel mis kan gaan. O ja, en zelfs na het uitdelen kan er nog iets verkeerd gaan, want neem de patiënt daadwerkelijk de medicijnen in. Worden die niet uitgespuugd? Een heel cruciaal onderdeel is dat de medewerker die de pillen verstrekt daarbij geen vergissingen maakt. Met een Niet Storen hesje probeert men te voorkomen dat de medewerker door collega’s of patiënten uit de concentratie worden gehaald. Maar dan blijft nog de kans op vergissing. Uit internationaal wetenschappelijk onderzoek blijkt dat er bij één op de vijf patiënten iets mis gaat bij het toedienen van medicijnen.
Trudy [Verpleegkundige, BCM, Stadskanaal]14-09-2014 Wij hebben anderhalf jaar deze Niet Storen hesjes intramuraal gedragen. Wij zijn er echter half jaar geleden mee gestopt, omdat we meer afgeleid werden door opmerkingen van bewoners en/of familie leden waarbij tekst en uitleg werd gevraagd.
Deventer Ziekenhuis (DZ) Quote (DZ): Met inzet van de MedEye wil het Deventer Ziekenhuis bereiken dat de cirkel van het voorschrijven van medicijnen tot en met het toedienen rond is. Van het voorschrijven van medicatie door een arts, tot de toediening aan het bed: alles gaat digitaal. Dus geen fouten meer door een verkeerd geïnterpreteerd handschrift van een arts, en geen fouten meer bij medicatie die uit de verpakking is, of op het verkeerde tijdstip wordt toegediend. De MedEye maakt een cruciaal onderdeel uit van het totale systeem dat de risico’s op medicatiefouten zoveel mogelijk moet zien te reduceren. MedEye Quote (DZ): De MedEye is een apparaatje ter grootte van een kleine pc waarin een scanner zit. De verpleegkundige controleert de medicatie die eerder is samengesteld, haalt de tabletten en capsules uit de verpakking en stopt die in de lade van de MedEye. Omdat alle tabletten en capsules van kleur, grootte, gewicht, structuur en breukstreep verschillen, kan de MedEye zien of de patiënt de juiste medicatie krijgt. De gegevens van alle in het ziekenhuis toegediende medicatie staan in de database, zodat de MedEye die kan herkennen op basis van een combinatie van optische scans en geavanceerde algoritmes. Het MedEye concept bestaat naast de optische scanner ook uit software die verpleegkundige begeleidt en een losse barcodelezer. Met behulp van de barcodelezer in combinatie met de software wordt het uitvoeren van de controles bij het toedienen van high risk medicatie (zoals infusen en spuiten) zoveel mogelijk ondersteund. De MedEye is in Deventer uitvoerig getest op een verpleegafdeling met cardiologie-, gynaecologie- en urologiepatiënten en zo goed bevonden dat hij nu kliniekbreed wordt ingezet.
Toekomstmuziek
Op de beurs Zorg & ICT kom ik in gesprek met de sales directeur die ik om een toelichting vraag . Zie een korte video ( ruim 3 minuten).
Het boeiende is dat deze techniek in de toekomst ook in de thuissituatie toegepast kan worden. Maar ook de continuïteit is gediend met deze aanpak, want onder voorwaarden kan de thuismedicatie ook in het ziekenhuis worden gecontinueerd. En bedenk dat het niet alleen om orale medicatie gaat, maar ook bijvoorbeeld insuline bij diabetes
De oorzaak van het verschil in overlijden niet duidelijk
In 2009 – 2012 overleden in Friesland ten minste vijf procent meer mensen aan een beroerte dan gemiddeld in Nederland. Dat is een groot verschil met Groningen waar de sterfte juist lager is. Hoe komt dat? De oorzaak van het verschil in overlijden is niet duidelijk. Die ligt niet aan een andere bevolkingsopbouw in beide provincies. Daarvoor is immers gecorrigeerd bij het berekenen van de percentages, aldus de website van Guus Schrijvers.
Website Oproep
Op zijn website doet emeritus Hoogleraar Guus Schrijvers een oproep. Heb je een andere verklaring voor de verschillen in sterftecijfers tussen Groningen en Friesland laat het dan weten. De oproep staat onder een bericht waarin een grafiek de verschillen tussen regio’s in kleuren weergeeft. Friesland is knalrood (ongunstig) en Groningen lichtgroen. Dat staat voor een index die de sterfte aan beroerte (CVA) over de periode 2009-2012 in de betreffende regio’s weergeeft. Gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht.
Kaart Hypothese
In zijn blogpost geeft Guus Schrijvers al wel een aantal voor de hand liggende mogelijke verklaringen. Dat geredeneerd vanuit de wetenschap dat diagnostiek en behandeling van beroerte onderdeel zijn van een keten. Het valt mij wel op dat sterfte aan CVA bepaald een harde uitkomst is, aangenomen dat de cijfers (data) betrouwbaar zijn. Hoe staat het met ‘zachtere’ gegevens? Zou het zijn dat het daadwerkelijke aantal beroertes (CVA) landelijk niet zoveel verschilt. Ook is beroerte (CVA) medisch gezien nog een vrij algemeen begrip, want het kan gaan om een stolsel, maar ook een bloeding als oorzaak. Het kan zelfs zijn dat agressieve behandeling eerder leidt tot sterfte. Worden Friese patiënten ook naar elders (buiten de regio) verwezen? Een lezer (destijds werkzaam in ZuidWest Friesland) merkt op dat hij altijd de indruk had dat er door huisartsen minder snel werd doorverwezen voor trombolyse behandeling van CVA. Veel vragen dus!
Rode kaart
De kaart (CBS/RIVM) van regio’s toont meer opmerkelijke verschillen. Het zou dan ook interessant zijn om de andere rood gekleurde gebieden nader te analyseren. Het zou kunnen zijn dat de getallen (we leven immers al in 2016) inmiddels verbetering laten zien. Ook kunnen we andere ziektebeelden en behandelingen onder het vergrootglas leggen. Vanuit onderzoeksjournalistiek ligt hier een uitdaging. Is er een relatie met de geografische afstand tot een ziekenhuis? Een academische centrum wellicht?
Vektis
Tijdens de jaarlijkse trainingsdag voor regionaal werkend journalisten op 16 april 2016 in Utrecht, een activiteit van de beroepsvereniging VVOJ, verzorgde directeur Herman Bennema (foto) van Vektis een workshop. Vektis beschikt over een enorme hoeveelheid data en stelt zich bijzonder bereidwillig op. Niet alleen naar de diverse professionele partijen, maar ook naar de burger via zorgprismapubliek. Een kijkje bij deze opendata website laat zien dat Friesland en Groningen wel meer verschillen kennen. Zuid-West Friesland is goedkoop als het gaat om medisch specialistische zorg, maar ook dure geneesmiddelen. Zou het zo kunnen zijn dat er ook minder aandacht is voor de behandeling van een belangrijke risicofactor voor beroerte (CVA), namelijk hoge bloeddruk (hypertensie)? Via bronnen als Zorgcijfersdatabank , Nivel , SFK zou dat te achterhalen moeten zijn. Kortom, Guus Schrijvers is mijns inziens nog wel even bezig, maar dat zal hij niet erg vinden.
12 maart 2014 om 6:21 uur door Jan Taco te Gussinklo
Parallel
Zorgplicht
Doorstaat Bank vergelijking met Zorgverzekeraar?
Ruim 10 jaar geleden: In een functie bij een grote zorgverzekeraar komt er een ambitieus plan op tafel. Wij zullen verzekerden met een veel voorkomende chronische aandoening ondersteunen. Zeg maar empowerment. De doelgroep kunnen wij identificeren op grond van de typerende medicatie, die destijds op basis van de zorgverzekeringswet wordt vergoed. De privacy-autoriteiten houden zich desgevraagd op de vlakte. De betreffende verzekerden krijgen een (blanco) brief met een dagboekje voor eigen gebruik en een aanvraagkaart voor de desbetreffende patiëntenvereniging. De postverzending geschiedt met alle voorzorgen van dien. Toch wordt de zorgverzekeraar op de vingers getikt. De NAW- gegevens zijn bedoeld voor een zakelijke relatie. Niet meer dan dat. Persoonlijk komt bij mij dan de vraag op hoe het nog mogelijk is om maatwerk te leveren in de begeleiding vanuit de zorgverzekeraar. Is dat überhaupt haalbaar? Je kan toch moeilijk alle verzekerden over één kam scheren.
Voordracht
Anno 2014
Een grote bank kondigt in maart aan dat ze (weliswaar eerst als pilot) de transactiegegevens van klanten wil doorverkopen. Zodat derden met commercieel oogmerk proposities kunnen doen aan diezelfde klanten. Is er een parallel met de zorgplicht zoals die in de gezondheidszorg leidend zou moeten zijn? Ik betwijfel dat. Immers dat de bank voor eigen gebruik analyses doet van het aankoopgedrag (al dan niet als meta-analyse) is tot daar aan toe. Maar zo gauw daarover met de klant gecommuniceerd wordt komt ook hier de vraag naar voren of de relatie daarvoor bedoeld is. Maar dat gaat zeker gelden als derden in beeld komen, die via een U-bocht ons gaan benaderen. In die zin vind ik als particulier dat de bank en de verzekeraar in hoge mate dezelfde gedragsregels zouden moeten aanhouden.
10 december 2013 om 10:06 uur door Jan Taco te Gussinklo
Statines
Meerwaarde?
Tijdstrendonderzoek
Goedkoop duurkoop? Hoe is het effect van medicatie op sterfte aan CVD (Hart-vaatziekten)? Hebben de inkopers bij de zorgverzekeraars achteraf gelijk? Is de prijsdumping voor de cholesterolverlagers – want dat zijn immers de zogenaamde statines- terecht? Los van het feit dat enkele jaren geleden met het verlopen van de patenten prompt een prijzenoorlog uitbrak. Zie in het plaatje de prijsontwikkeling van 2007-2010. Als je uitgaat van het principe ‘pay for performance’ zou die opvatting wel eens gegrond kunnen zijn. Deze gedachte kwam bij mij op tijdens de voordracht van promovendus Maarten Bijlsma (RUG) bij een workshop tijdens de Dutch Demography Day 2013 in Utrecht.
Henk Eleveld (Menzis) 2010…Dossier Simvastatine
Tijdstrend Onderzoek
Maarten Bijlsma en zijn groep doet een zogenaamde tijdstrend onderzoek, waarbij (geaggregeerde data van) geboorte cohorten worden bestudeerd. Het gaat dus om groepen mensen die in een en hetzelfde jaar geboren zijn. Daarbij wordt de sterfte aan CVD over de afgelopen decennia bekeken voor de verschillende leeftijdscohorten. Daartoe wordt een koppeling gemaakt met een farmaceutische database. En wat blijkt? De sterfte aan CVD in ons land daalt al jaren gestaag. Dat is niet nieuw. Daarvoor gelden meerdere theorieën. Als dat effect wordt ingecalculeerd blijkt het additioneel effect van statines (na marktintroductie) op overlijden aan CVD uiterst beperkt. Tot verrassing van de onderzoekers is er bovendien geen verschil per geboortecohort. Storende factoren (confounders) worden zoveel mogelijk uitgesloten. Denk aan comorbiditeit door diabetes mellitus.
De meerwaarde van statines op populatieniveau is bescheiden. Maakt het ook nog ‘macro gezien’ hoegenaamd niet uit of en hoe lang statines worden toegepast? Kan dosering of therapietrouw (compliance/ adherence) van belang zijn. Hiermee is het boek dus niet gesloten. Veel vragen! Suggesties?
6 november 2013 om 16:48 uur door Jan Taco te Gussinklo
Vooruitblik
VEKTIS
Give me the data
Zo’n 34 pagina’s met informatie. Voornamelijk toch voor de insider. Maar zeer belangwekkend en goed leesbaar. Deels ook wel terugblik, soms naar het boekjaar 2012.
Hoezo Thermometer (Ruben Gringhuis)
Enkele highlights
Te verwachten stijging 5,3% (zorgverzekeringswet aandeel kosten). Schadelast zorgverzekeraars gaat bijna 2 miljard omhoog. Eerste lijns diagnostiek +16%, verloskunde -23%. Toename spatader(varices) operaties 8%. De kosten van TNF-alpha remmers over 2012 worden geschat op een half miljard. Definitieve getallen moeilijk te achterhalen vanwege de financiering. Door opname in het ziekenhuis budget vallen ze dan deels onder de DOT systematiek. En dat duurt nu eenmaal lang. In dat kader wordt gesproken over OHW (onder handen werk), hetgeen opmerkelijk kan verschillen per type instelling.
Fragment Zorgthermometer
Maagmiddelen
NOAC (vervangers sintrom/marcoumar) geschat op 50 miljoen in 2014. Voor 2014 wordt de inschatting van bezuiniging door de beleidsregel op de maagmiddelen geschat op € 14 miljoen volgens rapport. Opmerkelijk is dat de farmacie kosten (die door een aantal nader omschreven oorzaken daalden) weer in de lift zitten. Het zou mooi zijn als data niet alleen op geaggregeerd niveau, maar ook als datasets beschikbaar komen. Wanneer? Het is bijna logisch om te veronderstellen dat na lezing sommige punten om verheldering vragen. Dan horen we dat graag. Maar kijk ook naar rapport.
11 september 2013 om 8:20 uur door Jan Taco te Gussinklo
Vonk overgesprongen
zorgverzekeringslogica
Dansen op het slappe koord
“Dansen op het slappe koord”, dat was een alternatieve titel die Robert Vonk wel degelijk heeft overwogen. Dat vertrouwt hij ons toe tijdens de verdediging van zijn thesis op 10 september 2013 aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Maar het zegt ook meteen hoe het balanceren was in het zorgstelsel tussen publiek en privaat (Zeg maar ziekenfonds en particuliere verzekering)! Een terugblik over de afgelopen decennia. Zorgverzekeren: Recht of Schade.
Publieksversie
Acherdeurtje
Is de kou nu uit de lucht met de introductie van de basisverzekering? Immers iedereen is nu verzekerd. Mr. Niek de Jong opponeerde door te stellen dat er een achterdeurtje dreigt. Risico selectie kan wel degelijk plaatsvinden via de introductie van het eigen risico. Jongeren prefereren zo een (goedkopere) zorgverzekering!
Mr. de Jong feliciteert doctor Vonk
RIVM Toekomst Verkenningen
Belangwekkend is toch dat Robert Vonk is aangesteld bij het RIVM en wel bij de de Toekomst Verkenningen. Een medisch historicus (gepromoveerde binnen de faculteit Geneeskunde) in een dergelijke denktank getuigt van visie van het RIVM. Vonk heeft een interessante loopbaan achter de rug. Voor Achmea redigeerde hij een jubileumboek (Van Achlum naar Achmea) en en hij was verbonden aan het (helaas opgeheven) Kenniscentrum Historie Zorgverzekeraars. Zonder twijfel zullen we nog veel van hem horen.
Professor Schut (IBMG)
Insiders
Voor de insiders bevatte de verdediging van de promotie veel belangwekkends. De hooggeleerde Schut vertrouwde ons toe dat hij eigenlijk graag zelf een dergelijke studie had willen schrijven. Hij stond stil bij de titel (…is het toch recht of schade). Een antithese? Prof. Pieters had onlangs vastgesteld hoe het zorglandschap in de Reumatologie is veranderd de afgelopen 10 jaar door de introductie van Biologicals. Patiënten worden snel en effectief behandeld. Echter door prijsopdrijving zijn de nieuwe middelen peperduur. Dat heeft zeker te maken met het preferentie beleid van zorgverzekeraars waardoor de inkomsten onder sterke druk staan. Het wordt zo onbetaalbaar en het kan er toe leiden dat alleen optimaal verzekerden hier nog een aanspraak op kunnen maken. Dus dreigt dan toch een vorm van selectie?
NB. Er is een handelsuitgave te verwachten van het proefschrift (ISBN: 9789089645937)
Polikliniekkaart. Voormalig RKZ Hilversum (Collectie J.T.A. te Gussinklo)
17 juni 2013 om 16:10 uur door Jan Taco te Gussinklo
Adherence
Compliance
Therapietrouw
De toekomst of niet? Een behandelaar die medicatie voorschrijft voor een chronische aandoening. Die vervolgens na een gesprek in de spreekkamer tot de conclusie komt dat ondersteuning/ monitoring bij deze patient beslist wenselijk is. Maatwerk (Tailoring) dus. De behandelaar schrijft daartoe een ander recept voor de apotheek: verzoek om technische ondersteuning. Zie een (hypothetisch) voorbeeld van zo’n recept… Wat heeft dat te betekenen?
Support
Hulpmiddel noch medicament
Vlees noch vis? Volgens de huidige regelgeving nog wel…Technische ondersteuning via een ‘slim pillendoosje’ in combinatie met -op indicatie- (text?)messaging houdt de patient ‘bij de les’. De voorgeschreven geneesmiddelen mogen immers niet vergeten worden! De behandelaar kan dat ook volgen (internet) en bij de eerstvolgende controle ter sprake brengen (of al eerder via telefoon, mail of beeldverbinding). Het kan de zorg een boost geven. Apothekers zouden dit kunnen oppakken nu zij steeds meer op ‘uitkomsten’ afgerekend kunnen en willen worden. Achmea neemt daarin het voortouw. Patienten uit een brede categorie van aandoeningen zouden hier baat bij kunnen hebben. Dat hoeft niet beperkt te blijven tot epilepsie, diabetes, astma en copd of hartfalen…
Nieuwe geneesmiddelen worden vooral op mannelijke proefdieren en mannen tussen de 18 en 55 jaar getest. Andere problemen, zoals met het hart, worden bij vrouwen vaak aan de overgang toegeschreven en wordt er een verkeerde diagnose gesteld. Vrouwen verschillen van mannen, dat weet iedereen, maar de echte onderkenning daarvan binnen de medische wetenschap laat lang op zich wachten.
Prof. Dr. Angela Maas
Selectief
Tot 1977 werden medicijnen ook op vrouwen getest. Maar enkele incidenten zorgden ervoor dat de Amerikaanse Food & Drug Administration besloot dat vrouwen in de vruchtbare leeftijd uitgesloten werden van klinische studies. Hun hormooncyclus werkt immers vaak verstorend. Inmiddels zijn de richtlijnen weer aangepast en moeten ook vrouwen zo volledig mogelijk in klinische trials voorkomen, het liefst fifty-fifty.
Weerbarstig
Echter, ondanks alle richtlijnen lijkt de dagelijkse praktijk weerbarstig. In die praktijk worden toch minder vrouwen gebruikt of alleen vrouwen na de overgang, waardoor de hormonale stoorzenders er niet meer zijn. Daarnaast worden veel nieuwe medicijnen en behandelingen nog steeds alleen op mannelijke proefdieren getest. En worden medicijnen aan vrouwen verstrekt terwijl deze bij hen niet het juiste effect hebben. Antidepressiva werken bijvoorbeeld anders bij vrouwen dan bij mannen en toch schrijft de medische wereld ze nog bij bosjes aan vrouwen voor.
Hartinfarct
Maar ook kwalen en ziekten die van oudsher het stempel ‘mannenkwaal’ dragen, krijgen bij vrouwen te weinig aandacht, zoals hartfalen. Hoe een hartinfarct zich bij een vrouw ontwikkelt, is nog weinig onderzocht. Uit recent onderzoek blijkt dat het sterftecijfer na een hartinfarct bij vrouwen twee keer zo hoog is: bij mannen overlijdt zo’n drie procent in de eerste week na het infarct en bij vrouwen is dat zes procent. Dit ontstaat vooral doordat door het verschil in symptomen artsen een infarct bij vrouwen te laat herkennen.
Wetenschappers
Neurowetenschapper Gert ter Horst en cardioloog Angela Maas belichten in Labyrint beiden een andere kant van de problemen die nog steeds bestaan door het zo lang negeren van de vrouw. Ter Horst laat zien hoe antidepressiva eigenlijk écht werken en Maas legt uit wat de belangrijkste verschillen tussen het mannen- en vrouwenhart zijn en waardoor artsen de ‘mannenkwaal’ – het hartinfarct – nog steeds zo slecht herkennen bij vrouwen.
Doorpraten
Direct na de uitzending (woensdag 24 oktober 20.50 uur Nederland 2) kun je doorpraten met wetenschappers in de wekelijkse Labyrint online napraatsessie. Kijk mee op de site en stel je vragen via Twitter en chat: www.wetenschap24.nl
23 juli 2012 om 16:34 uur door Jan Taco te Gussinklo
A Colossal Failure of Common Sense
Ondergang van gezond verstand
En nu de zorgsector
Een uitdrukking die wordt gebezigd in “A Colossal Failure of Common Sense” van Lauwrence G.Mc.Donald & Patrick Robison (2009) over de val van de Lehmann Brothers (Nederlandse vertaling: De ondergang van het gezond verstand, vertaling Bert Bakker). Naast een aantal economische lessen (ook voor ons land) blijft de strofe “Marrying a bad Trade’ doorzingen. Maar daarbij denk ik aan de zorgsector. Ik heb de sector meegemaakt toen het nog redelijk overzichtelijk was. Begrippen als Jaarkaart en Korte Kaart, Het Zwarte Boek , Budget e.d. Zeker, er ontstonden toen wachtlijsten. Maar als reactie ook verregaande bureaucratisering.
Bergafwaarts
DRG versus DBC
Bij een bezoek aan Australie (2002) bezorgde een (van oorsprong Nederlandse) ziekenhuisadministrateur mij de DRG (Diagnose Related Groups) systematiek. Ik vroeg me toen namelijk al af waarom wij een geheel eigen aanpak kozen.In Nederland draaide ik vervolgens mee in de (2e lijns) DBC systematiek (ZN Inkoopgids). Die systematiek bevorderde niet echt de innovatie en transparantie. Eenvoudig voorbeeld? Omdat farmacie niet onder de DBC-systematiek viel, kon je bezuinigingen daarop (via leefregels of training) niet verzilveren. Weg businesscase en motivatie van ‘het veld’. Maar ook ‘zelfcontrole’ (glucose meting) viel daarbuiten. Evenzo methoden om de therapietrouw te bevorderen (zie mijn bijdragen over DiMove: …geen geneesmiddel, maar ook geen hulpmiddel. Wat dan wel? Zeker geen aanspraak via DBC).
Dezer dagen betoogt Kees Cools (Booz & Company en Hoogleraar Corporate Finance) in het Financieel Dagblad: “Haal verkeerde financiele prikkels uit zorg”. Het roer moet om. Lukt dat nog wel? Verkeren we al niet te lang in een slecht huwelijk? Reactie?
18 mei 2012 om 15:09 uur door Jan Taco te Gussinklo
NSAID
Risico
Broekzak-Vestzak
De indruk bestaat dat mede door een ander vergoedingsbeleid de verkoop via andere kanalen dan de apotheker belangrijker is geworden. Dan is vrijwel zeker onderstaand probleem weer verder verwijderd van een oplossing. Kent u recente voorbeelden?
Besparingen op de Farmacie zouden zo toch nog onbedoeld kunnen leiden tot hogere zorgkosten?
———————————————————————————————-
Bericht uit 17 juni 2010
Ruim de helft van de patiënten die een groot risico lopen om maagklachten te krijgen bij het gebruik van pijnstillers, ontvangt daarvoor niet de juiste behandeling. Volgens de richtlijn die sinds 2003 geldt, zouden deze patiënten naast de pijnstiller een medicijn moeten krijgen dat de maag beschermt. Dit gebeurt bij 60% van de patiënten nog niet. Onderzoekers van het Erasmus MC publiceren hun bevindingen hierover in het internationaal wetenschappelijk tijdschrift AlimentaryPharmacology Therapeutics.
Factor 4
Patiënten die bijvoorbeeld vanwege artrose worden behandeld met een bepaald soort pijnstillers kunnen maagklachten krijgen door het gebruik van deze medicijnen. Zij hebben een 4x zo groot risico op het ontstaan van ernstige maagklachten dan niet gebruikers. De maagklachten hebben soms ernstige gevolgen, zoals een maagzweer of een gat in de maag (maagperforatie). Soms overlijden patiënten zelfs als gevolg van deze bijwerkingen. In 2003 is daarom bepaald dat patiënten die een groot risico lopen op het ontstaan van deze maagklachten, of die in het verleden al ernstige maagklachten hebben gehad, naast de pijnstiller een medicijn moeten krijgen dat de maag beschermt. Onderzoekers van de afdelingen Medische Informatica en Maag-, Darm- en Leverziekten van Erasmus MC onderzochten in hoeverre deze richtlijn op dit moment door artsen wordt nageleefd.
Meer dan de helft
De pijnstillers waar het om gaat zijn bijvoorbeeld Ibuprofen, Diclofenac en Naproxen. Dit worden NSAID’s genoemd (Non-Steroid Anti-Inflammatory Drugs). In Nederland worden deze pijnstillers door ruim 3 miljoen mensen per jaar gebruikt. Ernst Kuipers, één van de onderzoekers en hoofd van de afdeling Maag-, Darm en Leverziekten binnen Erasmus MC: “In onze studie onder ruim 50.000 gebruikers van NSAID’s, zagen we dat 60% van de patiënten met een hoog risico op maagklachten nog geen maagbeschermer ontvangt terwijl ze die wel zouden moeten krijgen. Overigens is dit wel een grote verbetering ten opzichte van de situatie vóór de richtlijn. Uit cijfers van 1996 blijkt dat toen 93% van diezelfde groep patiënten geen maagbeschermer ontving.”
Verhoogd Risico
Patiënten die al eerder ernstige maagklachten hebben gehad, moeten volgens de huidige richtlijn ook een maagbeschermer krijgen wanneer zij een NSAID gebruiken. Zij lopen namelijk het hoogste risico om opnieuw maagklachten te ontwikkelen. Uit het onderzoek blijkt dat 52% van deze groep patiënten nu geen maagbeschermer krijgt. In 1996 gold dit zelfs voor 73% van deze patiënten met het hoogste risico. Verder blijkt uit de huidige cijfers dat bij patiënten die geen risico lopen op het ontstaan van maagklachten juist te vaak wél een maagbeschermer wordt voorgeschreven, terwijl zij die volgens de richtlijn niet hoeven te krijgen. Momenteel krijgt 12% van de patiënten zonder risico op maagklachten een maagbeschermer voorgeschreven naast een pijnstiller. In 1996 gold dit slechts voor 3% van deze groep patiënten. Hier is sprake van een toename van overbehandeling.
Richtlijn
Kuipers: “Wat we dus zien is dat er onder invloed van de nieuwe richtlijn al veel is verbeterd ten opzichte van 1996, maar dat er bij een groot percentage van de patiënten nog steeds niet volgens de richtlijn wordt voorgeschreven. Dit kan komen doordat de richtlijn uit 2003 nog onvoldoende bekend is bij alle artsen die NSAID’s voorschrijven, of doordat deze artsen zich onvoldoende bewust zijn van het risico dat hun patiënten lopen op het ontstaan van maagklachten. Verder zouden apothekers een grote rol kunnen spelen in de juiste uitvoering van de richtlijn, door bij het verstrekken van een NSAID aan een patiënt te controleren of deze patiënt ook een maagbeschermer zou moeten krijgen.”