Het door het Nivel georganiseerde congres (#nzr2014) op 18 maart 2014 over bigdata is smullen! Misschien komt het ook door de omgeving (voormalige werkplaats van de Nederlandse Spoorwegen in Amersfoort) dat het allemaal loopt als een trein? Een van de workshops (inderdaad in een treincoupé) laat voor mij fraai zien wat bigdata kan bijdragen. Daartoe hebben Nivel en SKF de handen ineen geslagen. Het Nivel beschikt over gegevens van eerstelijns praktijken die aan de vrijwillige monitoring deelnemen. Daaraan kan het SKF de data van de daarbij betrokken apotheken toevoegen. Big data in optima forma.
Keep the fire burning
Anticonceptie
Diane 35 is al sinds 1988 op de markt. Met de achteruitkijkspiegel blijkt iets opmerkelijks. Na de ophef een jaar geleden (begin 2013) vertoont de uitgifte van Diane 35 (rode lijn op grafiek) een knik naar beneden. Praktisch gelijktijdig is er een stijging van de eerste uitgifte van de tweede generatie anticonceptiepil (blauwe lijn) te zien. Dit ondersteunt de gedachte dat er een correlatie en mogelijk een causaal verband is.
Grafiek Farmacie
Casus Diane 35
Precies een jaar geleden ontstaat ophef over het feit dat Diane 35 geassocieerd wordt met een verhoogde frequentie van trombose/embolie. De insiders weten dat Diane 35 sinds mensenheugenis wordt voorgeschreven voor hardnekkige acne, maar dat de anticonceptie werking ook niet wordt versmaad. Het valt onder de categorie sub-50 pil met een lage dosis oestrogeenhormoon. Zelf heb ik vastgesteld dat het voor sommige ouders destijds prettig was dat zij konden zeggen dat hun dochter een geneesmiddel gebruikte (terwijl ze de anticonceptie effecten toejuichten!). Maar er zijn wel degelijk financiële incentives voor de verzekerde. Andere anticonceptiva moeten immers de laatste jaren zelf worden betaald. Voor (hardnekkige) acne geldt Diane 35 als een verstrekking die wordt vergoed. Door de koppeling te maken met voorgeschreven huidproducten of antibiotica kan de SFK vrij goed nagaan wanneer Diane 35 vermoedelijk al dan niet is geadviseerd in het kader van acne behandeling. Bij nadere analyse kan worden aangetoond dat dit gedrag sterk wisselt per eerstelijkspraktijk.
Liset van Dijk (NIVEL): Verdeling per Eerstelijnspraktijken
29 januari 2013 om 14:37 uur door Jan Taco te Gussinklo
Huisartsgeneeskunde
Onderzoeker Erik Stolper
“Als de huisarts overeind veert”
Het “Pluis” of “Niet Pluis” gevoel is ongetwijfeld al zo oud als de Geneeskunde zelf. Of moet ik zeggen Geneeskunst? Onderzoeker-huisarts Erik Stolper zal in dit filmpje van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) stellen dat het een samenstel van factoren is. In de eerste plaats is er de biomedische opleiding en training. Ten tweede de ervaringskennis, die groeit met de jaren. Tenslotte de context, zeg maar de omstandigheden. Iets wat in een meerjarige arts-patient relatie steeds belangrijker wordt. Het gaat dus om een mix van analytische en niet-analytische vaardigheden.
Film van de NHG. Toelichting door Erik Stolper.
Vragenlijst
Om dit fenomeen (Pluis/ Niet-Pluis) nader te onderzoeken is er onderzoek gedaan naar de meerwaarde van een vragenlijst. Een publicatie daarover is geaccepteerd in een toonaangevend Angelsaksisch Tijdschrift. Daar heet het fenomeen “gut feeling”. De vragenlijst blijkt een betrouwbaar (valide) meetinstrument om research te doen naar het belang (kwalitatief en kwantitatief) in de rol van “gut feeling” in de huisartsenpraktijk. De vragenlijst is zowel in het Engels als Nederlands beschikbaar. De kans dat dit type onderzoek een vlucht neemt is aanwezig. Zeker nu de politiek de rol van de eerste lijn wil versterken.
15 februari 2012 om 8:03 uur door Jan Taco te Gussinklo
NPCF
Huisartsen en ziekenhuizen
Samen één budget
Patiëntenfederatie NPCF wil dat huisartsen en ziekenhuizen samen verantwoordelijk worden voor één budget. De NPCF vreest dat de zorg onvoldoende kan verbeteren als er niks verandert.
Brief
“We zien ook dat het nu met name in ziekenhuizen aantrekkelijk is om zoveel mogelijk verrichtingen en behandelingen te doen, want dat betekent meer omzet. Daar moeten we vanaf, hier zitten onnodige kosten”, zegt NPCF-directeur Wilna Wind. Aan de vooravond van het debat over ‘de toekomst van het zorglandschap’ dat woensdag plaatsvindt, schrijft de NPCF hierover een brief aan de Kamer.
Collectie J.T.A. te Gussinklo
Ruzies
De huidige onrust in het zorgveld maakt het er alleen maar slechter op: huisartsen en minister maken ruzie, verzekeraars en ziekenhuizen komen niet tot contracten, huisartsen sturen patiënten onnodig door naar het ziekenhuis. Het is wachten op nog verder uit de hand lopende kosten, met name in de ziekenhuiszorg. De NPCF maakt zich zorgen over deze situatie en vindt dat er snel iets moet gebeuren.
Winstmaximalisatie
Nu is er een apart budget voor ziekenhuizen, en een apart budget voor huisartsen. Het is nu met name voor specialisten en ziekenhuizen een stimulans om zoveel mogelijk verrichtingen te doen. Daarnaast zorgt het financiële ‘schot’ tussen de huisartsen- en ziekenhuiszorg ervoor dat er amper noodzaak tot samenwerking is. Door de budgetten samen te voegen zal er zuiniger gewerkt worden. Het geld dat zo overblijft kan gebruikt worden voor een wijkgerichte aanpak.
Wijkgericht
Naast het voorstel tot één budget voor huisartsen en ziekenhuizen vindt de NPCF dat het zorgaanbod veel beter moet aansluiten op de zorgvraag van de inwoners van een wijk of regio. Voor patiënten is het van belang dat goede zorg op de juiste plaats wordt geleverd: dichtbij als het kan, verder weg als het moet.”We denken dat door een betere samenwerking tussen huisartsen, therapeuten, thuishulp en andere zorg in de wijk, patiënten minder snel verwezen hoeven worden naar de duurdere ziekenhuiszorg,”licht Wilna Wind toe. “Je moet daarnaast ook kijken welke hulp er beter door bijvoorbeeld maatschappelijk werk of vrijwilligers geleverd kan worden. Want bijvoorbeeld eenzaamheid los je niet op met pillen en ook niet per definitie bij de huisarts”.De verzekeraar moet volgens de NPCF door middel van hun zorginkoop deze ontwikkeling stimuleren of zelfs afdwingen.
Initiatief
De NPCF gaat binnenkort een ronde tafel gesprek organiseren over het samenvoegen van de budgetten en het wijkgericht organiseren van de zorg.
12 januari 2012 om 20:13 uur door Jan Taco te Gussinklo
Danny Jabbour, huisarts
Waardering, maar…
klaagzang
Ik kan veel waardering opbrengen voor het feit dat huisarts Danny Jabbour zijn mening verkondigt over vestigingsbeleid in de Volkskrant van 11 januari 2012. ‘Ze zijn veel te bang voor concurrentie’. Het getuigt van moed om tegen de stroom in te gaan. Maar zijn casus bewijst meteen dat hij absoluut niet representatief genoemd mag worden. Als de NMa hem gaat opvoeren, is de bewijslast nog zwakker dan ik nu al verwacht. Uit het interview ontleen ik het volgende: als afgestudeerd huisarts wil hij pertinent zich in Amsterdam vestigen, maar er is geen vertrekkende huisarts. Ook de zorgverzekeraar stelt eisen. Uiteindelijk beklaagt Danny Jabbour zich over de consequenties van zijn keuze (Huisartsenpraktijk Keizersgracht). Zeker, hij is BIG geregistreerd, heeft goede waarderingen op Zorgkaart Nederland en de website (zie onder) suggereert een normale praktijkvoering. Niets mis mee.
Verwend
Maar ook maakt zijn betoog voor mij duidelijk dat we verwend zijn geraakt. In ons land zijn we niet gebaat met heel veel huisartsen samengeschoold in hartje Amsterdam. In sommige communistische landen was het naar mijn weten gebruikelijk om eerst een paar jaar dienstbaar (maatschappelijke dienstplicht) te zijn in afgelegen gebieden waar een schaarste aan artsen heerste. Misschien is idealisme een groot woord, maar waarom kunnen we een dergelijke inzet niet van mensen als Jabbour vragen of eisen? Is dit in strijd met de marktwerking (want aansturing)? Of is dat nu juist marktwerking! Onbesproken blijft dat medische zorg tegenwoordig een teamactiviteit is en solisten dreigen onvoldoende feedback en expertise te krijgen.
Website (12 januari 2012)
ECG en bloedonderzoek bij Huisartsenpraktijk Keizersgracht Amsterdam
Bij Huisartsenpraktijk Keizersgracht (HAPK) kunt u in de praktijk zelf terecht voor een elektrocardiogram of ECG, bloedafname en urineonderzoek.Een elektrocardiogram of ECG (in de volksmond vaak hartfilmpje genoemd) wordt gemaakt om ziektes van het hart, zoals hartspierafwijkingen, kransslagaderlijden en hartritmestoornissen op te kunnen sporen. Met een ECG kan vastgesteld worden of er een afwijking aan het hart is. Er is echter vaak een aanvullend onderzoek nodig om de oorzaak van de afwijking op te sporen. Bij een ECG krijgt u elektroden op uw huid geplakt. De elektroden vangen de signalen op die bij het samentrekken van het hart ontstaan. Deze geven de activiteit van het hart weer. Een ECG kan gemaakt worden terwijl u ontspannen op een onderzoekstafel ligt. Het onderzoek duurt maximaal 10 minuten. Een ECG wordt in onze huisartsenpraktijk uitgevoerd, waardoor een extra bezoek aan een laboratorium niet nodig is.Wanneer de huisarts het vermoeden heeft dat de klachten van zijn patiënt veroorzaakt kunnen worden door afwijkingen in het bloed, dan kan hij een bloedonderzoek doen. Er zijn verschillende soorten bloedonderzoek, waaronder onderzoek naar het bloedbeeld, bloedstolling en bloedvolume. Een bloedonderzoek kunt u in overleg met uw huisarts aanvragen op het spreekuur, telefonisch of via e-consult. Bloedafname en urine onderzoek worden in onze praktijk in Amsterdam afgenomen. Een bezoek aan het laboratorium is daardoor niet nodig.
Openingstijden Huisartsenpraktijk HAPK – Huisartsenpraktijk Keizersgracht, Westermarkt 17, 1016 DJ Amsterdam Centrum, Huisarts Dany Jabbour heet u van harte welkom!
We hebben nog ruimte voor nieuwe inschrijvingen!
25 mei 2011 om 8:10 uur door Jan Taco te Gussinklo
Altruisme
Ja
Of nee
….en dat is precies wat Evelien Tonkens betoogt als ze spreekt over de rol van de huisarts in haar bijdrage (en eentje eerder) in de Volkskrant. Althans naar mijn beleving.
Altruisme aangewakkerd of afgestraft?
Door de maatschappij, overheid en -meer specifiek- het stelsel van zorgfinanciering.
Bron: De Volkskrant (Vergroten? Dubbelklik)
Drivers
Er zijn sturingsmechanismen die perverse prikkels in zich bergen. Het gaat er steeds om: hoe willen we in Nederland een samenleving inrichten die leefbaar is. Net teruggekeerd van een reis door Rusland zie ik scherp dat we veel te verliezen hebben. Maar ook veel te winnen!
Evelien Tonkens worstelt daar -als toezichthouder- kennelijk ook mee?
…met de uitslag onder de arm lopen veel patienten vervolgens naar hun huisarts….
Het gaat over een van de te verwachten effecten van het fenomeen “zelftest” , dat steeds meer ingang vindt. De huisarts (want die zal er het meest mee te maken krijgen) zal zich moeten laten leiden door “wettelijke eisen van het goed hulpverlenerschap”. Dat betekent volgens de auteurs: ” Verhelderen van de hulpvraag, inleven in de patient, en voorkomen van onrust en van niet noodzakelijke diagnostiek”. Speciale aandacht is wenselijk voor de hoeveelheid informatie die moet worden verstrekt. Aangeraden wordt om te komen tot een door de beroepsgroep opgestelde Richtlijn om meer duidelijkheid en (rechts)zekerheid te bieden.
Medio vorig jaar toonde de KNMG (overkoepelende artsenorganisatie) zich nog zeer negatief over het fenomeen:
Maart vorig jaar berichtte ik al over een bijeenkomst waarin scenario’s werden bekeken rond het fenomeen zelftesten (en met name de rol van Nanotechnologie). Nanopodium was de drijvende kracht. Ik gaf mijn bijdrage de titel “De toekomst is al begonnen: Scenario Lithiummeter”. Lees hier.
Bij deze willen wij jullie graag informeren over de laatste stand van zaken rondom de CAO Huisartsenzorg. Al lange tijd probeert de NVvPO aan de onderhandelingstafel te komen.
We hebben daar goede argumenten voor:
1. De praktijkondersteuner is een onmisbare schakel in de eerste lijn
2. Praktijkondersteuners worden op dit moment NIET rechtstreeks vertegenwoordigd
3. De NVvPO vertegenwoordigt met ruim tweeduizend leden naar schatting tweederde van alle praktijkondersteuners
4. Het wordt tijd belangrijke zaken binnen ons vakgebied eindelijk eens goed te regelen (kwaliteitseisen, certificering, opleiding, BIG-probleem)
Op dit moment worden de belangen van de praktijkondersteuners vertegenwoordigd door de NVDA, de Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten. Doktersassistentes en praktijkondersteuners hebben op CAO-gebied echter verschillende belangen. De NVvPO vindt dat die van ons tot op heden niet goed naar voren zijn gekomen. Het is dan ook de hoogste tijd dat we zelf van ons laten horen. Met de huisarts in gesprek gaan is niet alleen op de werkvloer maar ook aan de CAO-tafel van groot belang!
Laat de rechter zich nu maar uitspreken…..
Dat er een kort geding nodig is om een plek aan de CAO-tafel te verwerven, betreuren wij zeer. Wij zijn van mening dat dit niet nodig was geweest als de CAO-onderhandelingspartijen zich constructiever hadden opgesteld. Om toelating te vorderen tot het eerstvolgende CAO-overleg Huisartsenzorg heeft de NVvPO de Landelijke Huisartsenvereniging en de Vereniging Huisartsenposten Nederland gedagvaard in een kort geding.
Het kort geding vindt plaats op dinsdag 18 januari 2011 om 13.30 uur in één van de zittingszalen van rechtbank Utrecht aan het Vrouwe Justitiaplein 1 te Utrecht. We roepen ALLE leden op om dan aanwezig te zijn. Uit een eerder gehouden enquête over de actiebereidheid onder praktijkondersteuners bleek dat praktijkondersteuners graag voor een betere CAO in actie willen komen. Dus verzet je afspraken en kom naar Utrecht! Jullie steun is hard nodig en zal ons helpen in deze procedure. Ook de pers wordt uitgenodigd.
(Deel Nieuwsbrief NVvPO)
26 oktober 2010 om 18:17 uur door Jan Taco te Gussinklo
Interview
Geen”dropapotheker”!
Promotie
Dat genoegen gunt Anne Leendertse (39) haar plagerige familieleden uit de medische sector niet. Die kans is overigens niet zo groot nu zij op 30 september 2010 met succes haar proefschrift heeft verdedigd (Universiteit Utrecht).
Het proefschrift “Hospital Admissions related to Medication” handelt over de farmacie op het snijvlak van de eerste en tweede lijn.Opmerkelijk in haar proefschrift is dat er anno 2010 kennelijk nog veel te verbeteren valt in de prioritering van apotheker en eerste lijn. Dat blijkt misschien ook wel uit het feit dat het niet mogelijk was om voor haar onderzoek – toch uiterst relevant – koppels (combinatie huisarts –apotheker) elk 50 patiënten te laten recruteren? De aantallen zijn vaak nog aanzienlijk lager, zoals wel duidelijk wordt uit deze (geanonimiseerd) grafiek. Horizontaal het volgnummer en vertikaal het aantal inclusies per setting (combinatie huisarts-apotheker).
Grafiek inclusies
Winst
Toch heeft het onderzoek veel opgeleverd: de winst van intensieve begeleiding!Bij de toepassing van sommige medicamenten blijkt de aanwezige informatie volstrekt onvoldoende. Wat te denken van een patiënt die chronisch lithium gebruikt, waarbij in geen enkel dossier nierfunctie of Lithium spiegels te vinden zijn? Of de hoogbejaarde patiënte die al 20 jaar digoxine 0,25 mg daags gebruikt zonder enige controle. Dat had patiënte noodlottig kunnen worden, ware het niet dat zij af en toe een pilletje vergeet of laat vallen (in het hoogpolig tapijt). Van een volwaardig EPD (elektronische patiënten dossier) is ook nog nauwelijks sprake.
Wantrouwen
In de huidige situatie blijft er ten opzichte van de apotheker onverminderd een fundamenteel wantrouwen bestaan vanwege de distributiefunctie en de geldkwestie. De apotheker wordt immers betaald “voor de doosjes”. Koppel dit los, verzucht Leendertse. Het is ook nog maar de vraag of de apotheek geschikt is voor diagnostiek en opsporing van aandoeningen. Een rol bij de controle op het effect van de farmacotherapie van chronische patiënten (glucose en bloeddruk) kan wel van nut zijn. Dit proefschrift maakt duidelijk dat de apotheker zich -meer nog dan tevoren- dient te bezinnen op de kerntaak!
Hoe dan wel?
Anne:”In Schotland heb ik meegemaakt dat het ook anders kan. De apotheker (in dienstverband) is ingebed in de huisartsenpraktijk, maar ook houdt deze spreekuur op de polikliniek”. Vooral patiënten met complexe ziektebeelden en uitgebreide medicatie hebben van extra aandacht veel voordeel. Volgens het promotie onderzoek gaat het om ongeveer 6,5 % van de populatie uit de huisartsenpraktijk. De zorg voor deze categorie is zeer gebaat met extra aandacht. De op bijna 100 miljoen geschatte besparing (proefschrift) zou nog wel eens aan de lage kant kunnen zijn. Ook kunnen Praktijk Ondersteuners (POH) veel kennis en ondersteuning verkrijgen van een dergelijke apotheker volgens Anne Leendertse.
Anne Leendertse
Anne Leendertse
Taak
Het is ook nog maar de vraag of de apotheek geschikt is voor diagnostiek en opsporing van aandoeningen. Een rol bij de controle op het effectvan de farmacotherapie van chronische patiënten (glucose en bloeddruk) kan wel van nut zijn. Dit proefschrift maakt duidelijk dat de apotheker zich -meer nog dan tevoren- dient te bezinnen op de kerntaak!
18 september 2010 om 7:43 uur door Jan Taco te Gussinklo
Epidemie
Difterie of Diphterie
1942-1945
Onlangs stuitte ik op een -ook voor mij persoonlijk- belangwekkend artikel in het NTvG van februari 1946, waarvan de titel luidt “twee en een half jaar diphterie in een stadspractijk“.Het artikel vermeldt de observatie dat sinds het najaar 1942 het aantal patiënten in Utrecht dat leed aan difterie sterk toenam.Het zijn indrukwekkende getallen over deze ziekte (aangifteplicht) met een hoge incidentie en mortaliteit.Over de gehele oorlogsperiode (1940-1945) zijn er in Utrecht 6367 patienten geregistreerd met een sterfte van 391 personen en de nodige complicaties.
NTvG
Grafiek
De grafiek toon twee toppen. In de winter 1942/1943 en in de winter van 1943/1944. De sterfte loopt parallel met zelfs nog een aparte wintertop 1944/1945 en tevens de laatste maanden een hogere sterfte (auteur: heeft dat wellicht iets te maken met de hongerwinter?)
Persoonsbewijs moeder
Waarom is dit voor mij persoonlijk van belang?
Mijn ouders woonden in de oorlogsjaren in het centrum van Utrecht. Mijn moeder werkte enige tijd In een administratieve functie op het Gemeentehuis, waarover zij hier verslag doet (Tweede Distributiestamkaart):
Ternauwernood overleefd
Vermoedelijk door de vele contacten met het publiek kreeg zij ook difterie. Zij was ernstig ziek en heeft het maar ternauwernood overleefd.Volg mijn vader heeft zij een hartgebrek hieraan overgehouden. Op mij maakte als kind grote indruk dat mijn vader vertelde dat zij bijna stikte in een keelbeslag, dat hij uiteindelijk nog in de tuin heeft moeten begraven.
In dit artikel worden de namen van huisartsen genoemd zoals Vrijlandt en Marang, hetgeen voor mij ook nog bekende namen zijn.Tenslotte: het is goed om hier nog eens op te wijzen gezien het huidige verzet tegen vaccinatie in sommige kringen!
14 juni 2010 om 8:24 uur door Jan Taco te Gussinklo
Menzis
Investeringsmaatschappij
Zorgcentra
Motieven
Zorgverzekeraar Menzis geeft aan met een Investeringsmaatschappij Zorgcentra op te zetten onder de naam Zorgpunt. De NMA moet er nog wel iets van vinden en anders de politiek wel. Edele motieven zouden de basis vormen. “De professionals hebben hun medische raad en alle rompslomp wordt geregeld”. Zo simpel kan het natuurlijk niet zijn, want het speelt zich wel af in een omgeving waar marktwerking opgang maakt en waar zorggroepen de dienst uit maken. Het gaat daarbij om grote financiele belangen, immers wie mag er mee eten uit de ruif van het Ketentarief? Want dat is het huidige perspectief. Of het moet allemaal veranderen na een kabinetsformatie. We hebben in ons land deze inkoop overgedragen aan Zorggroepen. Wordt dit bedoeld met de rompslomp?
Onderaannemers
We weten nu al dat onderaannemers als dietiste en laboratorium onder zware druk staan van deze zorggroepen en hier en daar wurgcontracten worden opgelegd. De financiele “ruimte” die ontstaat gaat naar de zorggroep, in de praktijk organisaties van huisartsen. Straks wellicht Zorgpunt? Het gaat er om dat keten (liever netwerk)zorg goed geregeld wordt met transparantie, delen van data, goede voorzieningen (als ICT) en “loon naar werken”. Concurrentie mag op het terrein van bejegening, services, avondspreekuur. Zeg maar “privaat binnen de publieke ruimte”. Het mag niet zo zijn dat “de diepe zakken” als winnaar tevoorschijn komen.Kortom, het is wenselijk de ontwikkelingen rond Zorgpunt positief-kritisch te volgen.