24 januari 2014 om 7:11 uur door Jan Taco te Gussinklo
Nivel Voorbarig
Nu een daling
Nog steeds geen griepepidemie
Er is op 23 januari 2014 nog steeds geen griepepidemie in Nederland en België Dat blijkt uit de meest recente cijfers van www.degrotegriepmeting.nl: een internetmeting naar griep en verkoudheid waaraan 16.000 vrijwilligers in Nederland en België meedoen. Ook in de ons omringende landen is er nog geen sprake van epidemische griep. De wintergriep wordt door diverse instanties nauwgezet in de gaten gehouden. Via vrijwilligers in Europese landen worden de gegevens van dag tot dag bijgehouden op www.influenzanet.eu. Via peilstations van huisartspraktijken in Europese landen (in Nederland gecoördineerd door het Nivel en in België door het WIV/ISP) worden de griepgegevens wekelijks gepubliceerd op www.euroflu.org.
Europa
Grieppatient naar Huisarts?
“Het aantal griepachtige ziektebeelden schurkt weliswaar tegen de drempelwaarde aan, maar tot op de dag van vandaag zien wij nog steeds geen epidemie,” stelt Carl Koppeschaar van de Grote Griepmeting en Influenzanet. In de maand januari hanteren we in Nederland een drempelwaarde van 330 ziektebeelden per 100.000 personen. Doorgaans zijn dat gevallen van RSV bij jonge kinderen en gevallen van (zware) verkoudheid. Stijgt dit aantal griepachtigen tot boven de 450 per 100.000 deelnemers, dan wordt bij ons de epidemische grens overschreden. Twee achtereenvolgende weken boven dit aantal en we spreken van een epidemie.” Vorige week maakten de Nederlandse media uit cijfers van het Nivel op dat er sprake was van een ‘bijna-epidemie’. “In Nederland gaat slechts 25% van de patiënten met een griepachtig ziektebeeld naar de huisarts,”vervolgt Koppeschaar. “Dat zijn meestal ouders met zeer jonge kinderen. Zij maken zich zorgen over de hoge koorts en luchtwegaandoeningen bij hun kind. Verder zien de huisartsen veel riscicogroepen, waaronder 65-plussers. De Grote Griepmeting krijgt minder rapportages van zeer jonge kinderen. Maar wij zien wel de rest van de bevolking, waaronder ook risiccogroepen en 65-plussers. Volgens de gegevens van de Grote Griepmeting is er bij hen nog geen sprake van epidemische griep.”
Data (21 januari 2014)
Europees perspectief
Het bericht in de media van vorige week over een ‘bijna-griep’ was erg voorbarig. De nieuwe weekcijfers van het Nivel laten voor Nederland nu een daling van het aantal griepachtige ziektebeelden zien. Het WIV/ISP in België ziet ook nog geen tekenen van een epidemie. In Europa heeft de griep inmiddels de kop opgestoken in Portugal, Spanje en Italië. Omdat griep vaak van west naar oost en van zuid naar noord door Europa trekt, valt te verwachten dat binnen niet al te lange tijd de griepgolf ook België en Nederland bereikt.
NB
De Grote Griepmeting is één van de onderzoeksprojecten van Science in Action (www.science-in-action.nl), online platform voor publieksonderzoek. Doe ook mee aan de Grote Longontstekingmeting (www.degrotelongontstekingmeting.nl).
2 november 2013 om 6:54 uur door Jan Taco te Gussinklo
Zelf verschijnselen laten bijhouden
Griep en verkoudheid
Dit najaar gaat in Nederland en België de Grote Griepmeting van start. Het is al voor de elfde keer dat de meting via internet plaatsvindt. Op de websites www.degrotegriepmeting.nl en www.degrotegriepmeting.be kunnen deelnemers zélf hun verschijnselen van griep en verkoudheid bijhouden. De Grote Griepmeting duurt dit seizoen van 1 november 2013 tot 1 mei 2014.
Voordracht (Carl Koppeschaar, april 2013) over metingen
Tienduizenden vrijwilligers
In de afgelopen jaren gaven tienduizenden deelnemers wekelijks hun symptomen online door, waardoor de verspreiding van griep in kaart kon worden gebracht. Ook onderzoekers zijn zeer geïnteresseerd in de grote hoeveelheid unieke gegevens die zo verzameld worden, onder andere voor het bepalen van risicofactoren voor het krijgen van griep, het sneller detecteren van een epidemie en het effect van de griepprik.
Internationalisering
De griepmeting, die in 2003 voor het eerst in Nederland en België van start ging, vindt inmiddels over de hele wereld plaats. In Europa hebben ook Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Zweden zich onder het Nederlandse initiatief www.influenzanet.eu geschaard. Tijdens de pandemie van 2009 ging in Mexico ‘Reporta’ van start en in Brazilië ‘Dengue na Web’ dat – gebaseerd op het Nederlandse en Portugese systeem – zowel knokkelkoorts (dengue) als griepachtige verschijnselen in kaart brengt. In 2007 begon in Australië Flutracking (www.flutracking.net) en sinds 2011 is in de Verenigde Staten ‘Flu Near You’ (www.flunearyou.org) actief. In april van dit jaar werd in Amsterdam een samenwerkingsovereenkomt gesloten, waarbij zowel de Europese, Australische als Amerikaanse griepmetingen hun onderzoeksresultaten in één gezamenlijk platform gaan delen.
Samenwerking
“Die samenwerking is nog maar het begin,” vertelt Carl Koppeschaar, die in 2003 de eerste griepmeting via internet lanceerde. “In Cambodja hebben alle landen dit jaar gezamenlijk aan de Thaise mobiele app ‘Doctor Me’ gewerkt. Vanaf voorjaar 2014 zullen ook in Thailand gegevens van griep en andere infectieziekten worden verzameld. Op dit moment wordt bekeken of een soortgelijk rapportagesysteem kan worden ingevoerd in Laos, Birma en Vietnam. Op den duur ontstaat zo een wereldwijd netwerk van vrijwillige griepmeters.”
Onderrapportage
De griepmeting door vrijwilligers is met name zo belangrijk omdat griep vaak ondergerapporteerd wordt. Zo gaat in Nederland slechts 20-30% van de patiënten met een griepachtig ziektebeeld naar de dokter. Omdat artsen vaak jonge kinderen, risicogroepen en ouderen op hun spreekuur krijgen en de Griepmeting naast kinderen en ouderen ook gezonde volwassenen bereikt, vullen beide systemen elkaar dus heel goed aan.
Griepprik
Uit de griepmeldingen van de vrijwilligers, die anoniem hun gegevens doorgeven, is een voorlopige schatting gemaakt van de effectiviteit van de griepprik. Die blijkt behoorlijk te schommelen. Zo ontbrak in 2003 de toen nieuwe Fujian-stam van het griepvirus in het door de wereldgezondheids-organisatie (WHO) gekozen vaccin en bood de griepprik niet of nauwelijks bescherming. De laatste jaren is de effectiviteit gelukkig toegenomen. In vijf van de afgelopen zes jaren, hadden deelnemers die de griepprik haalden significant minder griep dan de niet-gevaccineerde deelnemers. “In het Verenigd Koninkrijk is dit jaar een begin gemaakt met de vaccinatie van 2- 3-jarige kinderen met een levend, verzwakt vaccin via een neusspray,”vervolgt Koppeschaar. “Deze vaccinatie wordt de komende jaren gratis beschikbaar gesteld aan alle kinderen van 2 tot 18 jaar. Omdat griep in eerste instantie door kinderen wordt verspreid, willen de Britten zo de griep onder ouderen verminderen. Nog hoopvoller zijn de recente berichten over een universeel griepvaccin. Het duurt alleen nog jaren voordat dat verder is ontwikkeld en kan worden ingezet. Ook dán zijn gegevens over de effectiviteit van dat supervaccin nodig. Voorlopig is er nog volop te doen in het grieponderzoek. Onze vrijwillige griepmeters doen dus echt heel belangrijk werk!”
—————————
De Grote Griepmeting is één van de onderzoeksprojecten van Science in Action (www.science-in-action.nl), online platform voor publieksonderzoek. Doe ook mee aan de Grote Longontstekingmeting (www.degrotelongontstekingmeting.nl).
Alweer een sterrekundige! Onlangs maakte ik kennis met Carl Koppeschaar, de bedenker van de Grote Griepmeting. Nu is het Frans Snik die de media haalt met “Citizen Science”. Beide heren hebben ervaring met wetenschappelijk onderzoek en vooral het omgaan met databestanden. Die kennis passen zij toe op een aanpalend terrein. Op 10 juni 2013 vertelt Frans Snik hoe hij feitelijk op de keukentafel een eenvoudig device heeft ontworpen waarmee observaties kunnen worden gedaan, die gebruik maken van de eigenschappen van licht. Via een opzetstuk op de iPhone kunnen burgers meehelpen om de mate van luchtverontreiniging, meer specifiek fijnstof, te meten.
Fijnstof
Peilstations
Door heel veel burgers in te zetten en dat op een tevoren overeengekomen meetmoment, kan een totaal plaatje van de Nederlandse situatie worden weergegeven. De overeenkomst met de Grote Griepmeting is daarbij dat de inzet van burgers (bij de Grote Griep meting spreken we over participatory surveillance) mogelijk het belang van officiële meetpunten relativeert of daarop een mooie aanvulling is. In plaats van de huisartsen peilstations spreek je in dit project over 50 RIVM meetstations.
Snapshot Meetpunten
Innovatief
Tijdens een dergelijk project worden enorm veel kennis opgedaan, waarover Frans Snik met smaak vertelt. Het is de bedoeling dat de feitelijke meting een groot mediaspektakel wordt. In Cabouw wordt een zenuwcentrum gevestigd. Maar eerst moeten de weersomstandigheden meewerken (heldere lucht). Alle opzetstukjes zijn inmiddels vergeven. Kijk vooral naar deze website.
1 mei 2013 om 21:25 uur door Jan Taco te Gussinklo
1 mei 2013
Griep voorbij!
De griep is eindelijk Nederland uit. Dat blijkt uit de meest recente gegevens voor Nederland van de Grote Griepmeting De afgelopen twee weken is het aantal griepgevallen aanzienlijk gedaald. Na een 18 weken durende griepperiode is er geen sprake meer van een epidemie. In België was de epidemie al eerder ten einde.
1 mei 2013
Door vrijwilligers van de Grote Griepmeting gerapporteerde griepachtige ziektebeelden (ILI) Bij de Grote Griepmeting ligt de epidemische grens op 382 ziektegevallen per 100.000 deelnemers..
Zomergriep
“Het betekent niet dat zich helemaal geen griepachtige ziektebeelden meer kunnen voordoen,” zegt Carl Koppeschaar, initiatiefnemer van de Grote Griepmeting. “Ook in de zomer is er influenza. Maar in de warmere periode van het jaar heeft het virus minder vat en verloopt een eventuele besmetting vaak met minder ernstige symptomen. Ook kan het virus veel minder gemakkelijk worden verspreid.”
Wereldwijde infectieziektebestrijding
Van maandag 15 tot en met woensdag 17 april 2013 waren zeventig artsen, dierenartsen, virologen, epidemiologen en andere deskundigen in Amsterdam bijeen voor een ingrijpende vernieuwing op het gebied van de infectieziektebestrijding. Tijdens de tweede International Workshop on Participatory Surveillance (IWOPS II) ging het om het in kaart brengen van infectieziekten bij zowel mens als dier. De bedoeling is om te komen tot een wereldwijde ‘ziekteradar’. Daarbij wordt iedereen uitgenodigd zélf gegevens door te geven over de eigen gezondheid en die van een eventuele veestapel of het pluimvee. Zo’n ziekteradar zal in Nederland en België voor het eerst worden ontwikkeld en dienen als pilot voor andere landen.
Convenant
Van werelddeel tot werelddeel
Ondertekening van de overeenkomst tussen het Australische Flu Tracking, het Europese Influenzanet en het Amerikaanse Flu Near You onder het toeziend oog van een aantal deelnemers aan de internationale workshop. Ook werd een formele overeenkomst gesloten tussen het Europese Influenzanet, waarvan ook de Grote Griepmeting onderdeel uitmaakt), Flu Near You (in de Verenigde Staten en Flu Tracking in Australië. In al deze gebieden brengen vrijwilligers via internet of mobiele telefoon griep en verkoudheid in kaart. De geanonimiseerde gegevens zullen via een gezamenlijk platform op een wereldkaart worden gezet, zodat epidemiologen de verspreiding van griep ook van werelddeel tot werelddeel kunnen volgen. Het is de bedoeling dat steeds meer landen gaan meedoen. Zo had Canada reeds interesse getoond om samen te werken met het Amerikaanse Flu Near You. Hetzelfde systeem van zelfrapportage door vrijwilligers wordt nu ook in Brazilië, Midden-Amerika en Zuidoost-Azië gebruikt voor het signaleren van uitbraken van knokkelkoorts (dengue). Tijdens de IWOPS II bijeenkomst zijn alle symptomen van de meest voorkomende infectieziekten op een rij gezet en is geconcludeerd dat in tropische gebieden niet alleen influenza, maar ook dengue en leptospirose effectief in kaart kan worden gebracht. Zo bouwen we een wereldwijd netwerk op dat zal worden gebruikt om vroege signalen op te vangen van alle gevaarlijke infectieziekten.
IWOPS II
IWOPS II, de tweede International Workshop on Participatory Surveillance, werd georganiseerd door Skoll Global Threats Fund, Connecting Organizations for Regional Disease Surveillance (CORDS), en Science in Action BV, online platform voor publieksonderzoek. De Grote Griepmeting is één van de onderzoeksprojecten van Science in Action BV (www.science-in-action.nl), online platform voor publieksonderzoek. Doe ook mee aan de Grote Longontstekingmeting (www.degrotelongontstekingmeting.nl)!
18 april 2013 om 10:28 uur door Jan Taco te Gussinklo
..so do infectious diseases
IWOPS2
Amsterdam Workshops
April 15-17th 2013
“Our goal is to advance self-reported, participatory surveillance for infuenza and other diseases”. How to do that and to join forces is the purpose of this series of workshops. IWOPS= International Workshop on Participatory Surveillance.
Infographics (by Diana Arsenian)
Quick Respons
How to get early signals of an outbreak? Not only in humans, but these days also in animals (The One Health movement). The use of a list of symptoms (questionnaire) and self-reporting by civilians (crowd sourcing) is helpful. The context can be different, but by sharing data and by visualisation a quick respons / intervention by authorities can be made.
Mark Smolinski (internist), Director Global Health Threats
Letter of Intent(LOI)
In The Netherlands, Carl Koppeschaar and Ronald Smallenburg were far ahead with their tool “de Grote Griepmeting“. On the first day of IWOPS2 a Letter of Intent was signed by the members of the new consortium.
Cooperation regarding topics like data exchange, application of agreed survey instruments, ecxchange of ideas on recruitment of volunteers, ICT cooperation, Jointly Scientific articles, Innovation, Mutual promotion of projects, global promotion of cooperation in the field of online monitoring of contagious disease and financial arrangements (where necessary).
12 april 2013 om 7:40 uur door Jan Taco te Gussinklo
Zelfrapportage
Participatory Surveillance
In kaart brengen infectieziekten
Zeventig artsen, dierenartsen, virologen, epidemiologen en andere deskundigen (waaronder uw columnist) zijn van maandag 15 tot en met woensdag 17 april 2013 in Amsterdam bijeen voor een ingrijpende vernieuwing op het gebied van de infectieziektebestrijding. Tijdens de tweede International Workshop on Participatory Surveillance (IWOPS II) zal het gaan om het in kaart brengen van infectieziekten bij zowel mens als dier. De bedoeling is om te komen tot een wereldwijde ‘ziekteradar’. Daarbij wordt iedereen uitgenodigd zélf gegevens door te geven over de eigen gezondheid en die van een eventuele veestapel of het pluimvee.
IWOPS I (San Francisco 2012)
Influenzanet
Ook zal een formele overeenkomst worden gesloten tussen het Europese Influenzanet , Flu Near You in de Verenigde Staten en Flu Tracking in Australië. In al deze gebieden brengen vrijwilligers via internet of mobiele telefoon griep en verkoudheid in kaart. Hetzelfde systeem wordt in Brazilië, Midden-Amerika en Zuidoost-Azië ook gebruikt voor het signaleren van uitbraken van knokkelkoorts (dengue). Zo is een wereldwijd netwerk aan het ontstaan, dat gebruikt kan worden om meer te weten te komen over alle (infectie)ziekten.
Voorbeeld: De Grote Griepmeting
“Dat wereldwijde netwerk van ziekteregistratie door vrijwillige deelnemers belooft hét systeem voor de toekomst te worden,” zegt Carl Koppeschaar, die in 2003 met een enthousiast team De Grote Griepmeting ontwikkelde. Onder de verzamelnaam Influenzanet vindt nu in negen Europese landen de online griepmeting plaats. Vrijwel identieke metingen worden inmiddels uitgevoerd in de Verenigde Staten en in Australië. Wereldwijd doen er al meer dan honderdduizend vrijwillige ‘griepmeters’ aan mee en het aantal landen dat mee wil doen is groeiende. “Gebaseerd op dit succes gaan we binnenkort Ziekteradar.nl lanceren. Eerst als pilot in Nederland, en daarna hopelijk ook weer in alle andere landen. Daarom zijn we buitengewoon blij met de huidige, internationale belangstelling.”
Zelfrapportage
Een jaar geleden, tijdens de eerste IWOPS-bijeenkomst in San Francisco, hebben alle deelnemers zich gecommitteerd om de surveillance door zelfrapportage te bevorderen voor influenza en andere ziekten. Daarbij werd gekozen voor een ‘One Health’ benadering, voor mens én dier. “De afgelopen maanden focusten de meeste epidemiologische congressen zich op die ‘One Health’ benadering en op eHealth: het via internet en mobiele toepassingen verzamelen van gegevens over ziekteverspreiding,” vervolgt Koppeschaar: “Voor ons Nederlandse team, maar ook voor al onze vrijwilligers, is dat een droom die uitgekomen is. In vele landen wordt nu gewerkt aan een toekomst, die tien jaar geleden met de Grote Griepmeting in Nederland en België is begonnen!”
Organisatie
IWOPS II, de tweede International Workshop on Participatory Surveillance, wordt georganiseerd door Skoll Global Threats Fund, Connecting Organizations for Regional Disease Surveillance (CORDS) en Science in Actiononline platform voor publieksonderzoek.
6 februari 2013 om 16:32 uur door Jan Taco te Gussinklo
We hebben griep
150 op de 10.000 Nederlanders
Nederland heeft fiks de griep. Dat blijkt uit de recentste weekresultaten van de Grote Griepmeting. In Nederland hebben nu gemiddeld 150 op de 10.000 mensen griep. Alle provincies zijn getroffen. Het aantal gevallen kan nog verder toenemen. Naar verwachting zal de griep tot in maart aanhouden. De ontwikkeling van de griep in Nederland (en Vlaanderen) gedurende de afgelopen twee weken.
Week 4 en 5
Weten is meten
“Het echte aantal griepgevallen is in Nederland veel hoger dan de huisartsenposten meten,” zegt Carl Koppeschaar, de initiatiefnemer van de griepmeting via internet. “Nog geen twintig procent van de Nederlanders met griep gaat naar de huisarts. Wie wel gaan, zijn ouders met jonge kinderen en risicogroepen die griep hebben opgelopen. Daardoor zien de huisartsen niet goed wat er onder de rest van de bevolking gebeurt. De afgelopen weken daalde ook het huisartsenbezoek bij griep. Dat kan door gewenning zijn omdat iedereen nu wel weet dat er griep heerst, maar ook door het slechte weer dat mensen ervan weerhoudt om met griep naar de huisarts te gaan. De resultaten van de Grote Griepmeting en de huisartsen vullen elkaar dus goed aan.”
Discrepantie (uiteenlopende bevindingen)
Hierboven Het aantal door de Grote Griepmeting gemeten griepachtige ziekteverschijnselen (ILI = influenza-like illness) in Nederland vergeleken met het huisartsbezoek (GP = general practicioner). De groene lijn (ziekteverschijnselen) stijgt, terwijl het huisartsenbezoek (roze balkjes) wat terugloopt. Onderstaande grafiek toont het aantal griepachtige verschijnselen in Nederland sinds het begin van de Grote Griepmeting in 2003. De huidige blauwe lijn lijkt het sterke griepseizoen van 2003, toen het Fujian-virus de kop opstak, te gaan evenaren of zelf overtreffen.
24 december 2012 om 6:50 uur door Jan Taco te Gussinklo
Griepmeting
GGM bestaat een decennium
30.000 deelnemers per seizoen
Bestaat er dan ook een Kleine Griepmeting? Zover ik weet niet. Wat er wel bestaat is een netwerk van huisartsen dat ‘griep’ signaleert. De peilstations. Zelf ken ik de “Grote Griepmeting‘ vanaf de start. Dat moet dan 2003 zijn geweest, veronderstelt Ronald Smallenburg. Toen is de GGM van start gegaan. Ik spreek hem op 19 december 2012 in de stationsrestauratie te Amsterdam. Als sociaal-wetenschapper onderkent Ronald Smallenburg in 2003 de mogelijkheden van Internet, vooral het aspect van de interactiviteit.
Ronald Smallenburg (Science in Action)
Vragenlijst
De keuze voor het thema Griep in de vorm van de GGM is tot stand gekomen op basis van een rationele afweging in de selectie van onderwerpen die voor online wetenschap in samenwerking met het publiek in aanmerking komen. De voorkeur gaat immers uit naar een grootschalig gebeuren. De GGM werkt met twee vragenlijsten: een eenmalige (per seizoen) aanmelding met een wat langere lijst met medische relevante vragen, geheel anoniem in te vullen natuurlijk. En een compacte, wekelijkse vragenlijst per e-mail die in één seconde is in te vullen als je gezond bent (‘Nee, ik heb geen symptomen’) of iets langer als je verkouden bent dan wel griepachtige verschijnselen hebt. Aan de hand van de eerste vier cijfers van de ingevulde postcodes maken we actuele buikgriep-, griep- en verkoudheidkaart van Nederland en Vlaanderen, aldus Ronald Smallenburg. Het Rijksinstituut RIVM ondersteunt de aanpak.
Modelleren
Een team buigt zich over de dataverwerking en het modelleren van een (voorspellend) algoritme. Het model voldoet meteen, want het is nieuw, serieus, toegankelijk en omvat een landkaart. Bij de komst van een griepepidemie is er meteen heel veel belangstelling vanuit de media. Free publicity. Het publiek (uit Nederland en Vlaanderen) stroomt toe bij duizenden. Er wordt financiering verkregen en het leidt tot publicaties (BMJ) in vakbladen. Inmiddels doen 30.000 mensen per seizoen mee. Tienduizend zijn al 10 jaar van de partij! Een schat aan data! De GGM is inmiddels onderdeel van het Europese Influenzanet. Kortom, het fenomeen is niet meer weg te denken. Het staat aan de basis van nog veel meer ontwikkelingen. Online diagnose en zelfrapportage gekoppeld aan actuele voorlichting via internet, apps en sociale media zijn de instrumenten van die toekomst. Ze reduceren ziektekosten, leveren een beter inzicht op in het verloop van ziekten (tot voorspellingen aan toe) en zijn dé instrumenten voor voorlichting en informatie, actueel en interactief als ze zijn.
3 augustus 2012 om 18:18 uur door Jan Taco te Gussinklo
University of Rochester
4.4 million tweets tagged with GPS
Sadilek and his team
If you’ve been walking around a public place lately, you’ve come in contact with a lot of people. Some of those people may have been sick. And if you’ve been hanging around enough of them as they cough and sneeze, then you might be about to get sick too. That may sound obvious, but Adam Sadilek at the University of Rochester in New York and colleagues have applied the idea to a pile of Twitter data from people in New York City, and found that they can predict when an individual person will come down with the flu. It’s a similar idea to Google Flu Trends, which tracks how often people search for “flu” and related terms on the search engine and uses that information to provide daily updates on where outbreaks are occurring and how they’re spreading. To see whether it was possible to bring such a service down to the level of the individual, Sadilek and his team analysed 4.4 million tweets tagged with GPS location data from over 630,000 users in the New York City area over one month in 2010. They trained a machine-learning algorithm to tell the difference between tweets by healthy people – who might say something like “I am so sick of this traffic!” – and someone who is actually sick and showing signs of the flu. The video above shows a heat map of flu occurrence over the course of one day, based on their findings. The researchers were able to predict when healthy people were about to fall ill – and then tweet about it – with about 90 percent accuracy out to eight days in the future.
Future
Such information could one day be used to power a smartphone app that warns you when you’ve entered a public place with a high incidence of flu. Or after a big day out, it might buzz you with a message to say you are at high risk of getting sick over the next few days.
Limitations
The system is limited in several ways. For instance, it misses many cases of illness because people don’t reliably tweet about their symptoms. And there are many factors that go into people getting sick, not just who they’ve had contact with. Sadilek is addressing some of these confounding factors. In unpublished findings described to New Scientist during an interview at the Conference on Artifical Intelligence in Toronto, Canada, yesterday, his team showed that people who go to the gym regularly are moderately less likely to get sick. People with low socio-economic status, on the other hand, are much more likely to become ill. Such information could one day be used to power a smartphone app that warns you when you’ve entered a public place with a high incidence of flu. Or after a big day out, it might buzz you with a message to say you are at high risk of getting sick over the next few days.
7 mei 2012 om 18:30 uur door Jan Taco te Gussinklo
Grieppandemie
Wanneer?
Ooit
Experts zijn het erover eens: ooit ontstaat er weer een grieppandemie, een wereldwijde griepuitbraak, de vraag is alleen wanneer. De Mexicaanse grieppandemie in 2009 maakte de continue dreiging van een pandemie zichtbaar, en wierp de vraag op of verbetering van griepvaccins mogelijk is. UMCG-onderzoekers hebben aangetoond dat heel-virus griepvaccins, die bestaan uit intacte geïnactiveerde virusdeeltjes, beter werken dan de gangbare vaccins die worden gemaakt op basis van slechts een deel van het virusmateriaal.
Krant
Vaccin 1945
De eerste griepvaccins dateren uit 1945 en werden gemaakt als heel-virus vaccins. Hierbij wordt het griepvirus in grote hoeveelheden gekweekt en inactief gemaakt. Het virus is op deze manier niet meer ziekteverwekkend, maar activeert wel het immuunsysteem om antistoffen tegen het virus te maken. Een nadeel van de oude griepvaccins was dat ze vooral bij kinderen nogal eens bijwerkingen veroorzaakten. In de jaren zeventig kwamen nieuwe technieken beschikbaar om vaccins te produceren op basis van slechts een deel van het virusmateriaal. Deze vaccins zijn inmiddels gangbaar geworden en worden gebruikt voor de jaarlijkse griepvaccinatie.
De oude formulering
UMCG-onderzoeker Felix Geeraedts is terug gegaan naar de oude formulering van heel-virus vaccins en maakte ze met moderne technieken. In een onderzoeksmodel toonde hij aan dat heel-virus vaccins een sterkere en kwalitatief betere immuunreactie geven, dan de gangbare vaccins op basis van een deel van het virusmateriaal. Hij concludeert dat heel- virus vaccins daardoor beter geschikt zijn voor gebruik tijdens een grieppandemie, dan de nu gangbare vaccins. Bovendien kunnen ze in een lagere dosis worden gegeven, dan de gangbare vaccins. “In vergelijking met vroeger kunnen we vaccins tegenwoordig heel zuiver maken. Daarom verwachten we niet dat met een heel-virus vaccin dezelfde bijwerkingen optreden als vroeger,” aldus Geeraedts. In een rapport uit 2006 van de WHO, de Wereldgezondheidsorganisatie, wordt een omschakeling naar de productie van heel-virus vaccin als een reële mogelijkheid gezien om de wereldwijde beschikbaarheid van griepvaccins te vergroten.
Werkingsmechanisme
Geeraedts heeft uitgezocht waarom het heel-virus griepvaccin beter werkt dan het vaccin op basis van een deel van het virusmateriaal. Daartoe heeft hij de mate van activatie van het immuunsysteem op verschillende vaccinformuleringen met elkaar vergeleken. Het genetische materiaal uit de kern van het griepvirus (RNA) bleek verantwoordelijk te zijn voor de betere immuunreactie van het heel-virus vaccin. Bij het heel-virus vaccin is dit kernmateriaal wel aanwezig, terwijl de gangbare griepvaccins voornamelijk worden gemaakt met materiaal uit de celwand van het virus.
Stabiliteit
Bij de uitbraak van een grieppandemie is het van groot belang dat het griepvaccin dat geproduceerd wordt goed houdbaar is en daardoor wereldwijd verspreid kan worden. Voor menig vaccin is de houdbaarheidstermijn op een jaar gesteld voor een opslag bij 4°C. Geeraedts heeft laten zien dat het heel-virus vaccin in opgeloste vorm na opslag gedurende een jaar bij kamertemperatuur nauwelijks aan kwaliteit had ingeboet. Opslag bij hogere temperatuur zoals die in tropische landen voorkomen, gaf wel verlies aan werkzaamheid. Door het heel-virus vaccin te vriesdrogen, bleef de immunologische werkzaamheid ook bij hogere temperaturen behouden. Geeraedts stelt dan ook dat vriesdrogen een goede manier is om het heel-virus vaccin te produceren voor snelle verspreiding en inzetbaar tijdens een pandemie.