NWO-subsidie onderzoek leiderschap

 
NWO-subsidie voor historisch onderzoek naar leiderschap
 
 

In de huidige democratie is veel aandacht voor leiders en leiderschap, een gevolg van de mediacratisering en personalisering van politiek vanaf de jaren zestig. Tot dusverre ontbreekt een historische benadering van deze ontwikkeling. Hierdoor is er geen aandacht voor de gevolgen van deze ontwikkeling voor beleid en de lessen die hieruit te trekken zijn voor het verbeteren van het overheidsoptreden.

Historici van de VU en de UvA gaan dat in een jaar tijd uitzoeken, zij hebben € 65.000 van wetenschapsfinancier NWO gekregen voor onderzoek naar de historische ontwikkeling van leiderschap in de moderne (Nederlandse) democratie sinds 1960. Het project is getiteld: De omgang met nieuw leiderschap en het verleden door de beleidsmedewerker van morgen.In de huidige tijd staat leiderschap voortdurende ter discussie. Denk bijvoorbeeld aan de kritiek die premier Balkenende acht jaar lang heeft gekregen van de media of het voorbeeld dat Obama’s charisma nu alweer lijkt uitgewerkt, want de democraten staan immers op verlies in de peilingen. Het lijkt alsof leiders het nooit goed te doen en heel wispelturig zijn. Bovendien hebben we steeds minder vat op de invulling van ‘goed leiderschap’, zowel wetenschappelijk als in de praktijk, omdat de suggestie wordt gewekt dat het a) vroeger beter was b) er één bepaald soort van goed leiderschap is.Goed leiderschap

 
De onderzoekers stellen dat je met een historische benadering er achter komt dat goed leiderschap:
a) voortdurend verandert omdat het tijdsgebonden is: iedere tijd vraagt zijn eigen leider dit staat haaks op veel (populair-)wetenschappelijke literatuur waarin één ideale leider wordt gepresenteerd en
b) als de ambtenarij meer historisch bewustzijn wordt geleerd kunnen ze beter reageren op het ogenschijnlijk wispelturige leiderschap.

Advertentiecampagne Provider Ziggo

Als afsluiting van het onderzoek gaan de historici een training geven aan de top van de Nederlandse ambtenarij in samenwerking met de Algemene Bestuursdienst van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

De onderzoekers gaan leiders interviewen uit bedrijfsleven, overheid en politiek die de afgelopen decennia actief waren. Daarnaast analyseren zij geschreven bronnen, zoals krantenberichten: wat werd er in een bepaalde tijd aan bepaalde leiders gewaardeerd? Welke waarden van goed leiderschap moest een leider in de jaren tachtig hebben en nu? Verder analyseren ze ook (populair-)wetenschappelijke literatuur: welke goeroeboeken waren ‘in’ in het verleden en welke nu, welk beeld van goed leiderschap komt daarin naar voren. Welke leiders werden in bepaalde jaren gekozen tot ‘Nederlander van het jaar’ of ‘Politicus van het jaar’?

Over de onderzoekers
Prof. dr. J.C. Kennedy was tot 2003 verbonden aan het A.C. van Raalte Institute van Hope College in Michigan (VS), daarna was hij hoogleraar Contemporaine Geschiedenis aan de Vrije Universiteit (tot 2007) en is nu hoogleraar Nederlandse Geschiedenis sinds de Middeleeuwen aan de Universiteit van Amsterdam.
Ronald Kroeze is als docent en promovendus verbonden aan de Sectie Politieke Geschiedenis van de Faculteit der Letteren van de VU. Zijn proefschrift richt zich op de geschiedenis van corruptie, goed bestuur en de ontwikkeling van publieke waarden in de 19e en 20e eeuw.
Sjoerd Keulen is AIO en geeft les aan de afdeling Geschiedenis van de Faculteit der Geesteswetenschappen van de UvA. Zijn proefschrift richt zich op de rol van veranderende politieke cultuur op het maken van beleid en governance in de Nederlandse overheid in de periode 1945-2010.