Werken maakt gezonder

Duidelijke verbeteringen binnen zes maanden na start met betaalde baan

In plaats van wachten tot zij zich gezond genoeg voelen om met een betaalde baan te beginnen, kunnen werklozen beter vast aan de slag gaan met die betaalde baan. Binnen zes maanden voelen zij zich dan zowel lichamelijk als geestelijk stukken beter. Bovendien functioneren zij beter in hun sociale omgeving. Dit concludeert Merel Schuring, onderzoeker van het Erasmus MC, in haar promotieonderzoek. De vier grote steden gaan met deze aanpak experimenteren.

Schuring, werkzaam bij de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus MC, voerde haar onderzoek uit onder werkloze Rotterdammers met een bijstandsuitkering. Het hervatten van betaald werk bleek al binnen zes maanden een positieve invloed te hebben op hoe gezond zij zich voelen. Zij merkten dat ze zich lichamelijk beter voelden. Verder gaven ze aan beter te functioneren in hun sociale omgeving, waarbij zij zich minder beperkt voelen door emotionele of lichamelijke problemen. De grootste verbetering die de onderzochte groep aangaf was hoe zij zich geestelijk voelden na het hervatten van betaald werk.

Er zijn tot nog toe al vele manieren uitgeprobeerd om werklozen weer aan het werk te krijgen. Deze blijken echter onvoldoende effect te hebben. De conclusies uit de studie van Schuring lijken nu belangrijke aanknopingspunten te bieden voor een betere aanpak. De vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht gaan daarom de komende jaren gezamenlijk experimenteren met deze nieuwe manier om werklozen terug te krijgen op de arbeidsmarkt. Samen met onderzoekers van het Erasmus MC zullen zij de effecten van deze nieuwe aanpak evalueren. De resultaten daarvan zijn naar verwachting over een jaar of vier bekend.

De afgelopen jaren ging men ervan uit dat een slechte gezondheid een belemmering vormt om te starten met een betaalde baan. Eén van de manieren om werklozen weer aan het werk te krijgen, richtte er zich daarom op om eerst de gezondheid van de werklozen te verbeteren. De bedoeling was dat zij het zo makkelijker zouden vinden om met een betaalde baan te starten. Dit werd gezien als een belangrijke stap om de kans op het vinden van een betaalde baan te vergroten. Uit het onderzoek van Schuring blijkt dat deze zienswijze achterhaald is.

Schuring vond in haar promotieonderzoek namelijk dat dergelijke gezondheidsbevorderingsprogramma’s geen verbetering gaven in hoe de werklozen zich lichamelijk en geestelijk voelden. Het verbeterde ook niet hun zelfwaardering en de manier waarop zij met problemen omgaan. Bovendien bleek het er niet toe te leiden dat zij daadwerkelijk starten met een betaalde baan. Volgens Schuring is de effectiviteit van dergelijke gezondheidsprogramma’s zo laag, omdat ze onvoldoende zijn afgestemd op de andere activiteiten die voor werklozen in het leven zijn geroepen om hen weer deel te laten nemen aan de arbeidsmarkt. Schuring komt dan ook tot de conclusie dat deze activiteiten beter op elkaar zouden moeten aansluiten. De nieuwe aanpak geeft naar verwachting echter nog betere resultaten.