Placebo een GO

Herwaardering

Wetenschapsprogramma Labyrint (VPRO/NTR)

Meer op inspelen

De volgende uitzending van het wetenschapsprogramma Labyrint (VPRO/NTR). Woensdag 18 januari 20.50 uur Ned 2. Waarom werken placebo’s? Wat gebeurt er in ons lichaam op het moment dat we een placebo innemen? Het eerste deel van Labyrint onderzoekt placebo’s. Artsen moeten voor patiënten misschien zelfs meer gaan inspelen op het placebo-effect. Een neppil of leugentje om bestwil. Zo staan placebo’s bekend. Niet ethisch verantwoord. Toch zouden artsen gebruik moeten maken van de achterliggende werking van het placebo-effect.

Altijd al een rol

Bij de werking van geneesmiddelen speelt altijd het placebo-effect een rol. De verwachting dat een behandeling je beter maakt, draagt bij aan het verhelpen van de klacht. In de medische wetenschap worden placebo’s al sinds de jaren ‘50 gebruikt als controlemiddel bij onderzoek naar nieuwe medicijnen. Maar onderzoek naar de werking van het placebo-effect op zich heeft lang op zich laten wachten. Wat gebeurt er eigenlijk in ons lichaam als we een neppil nemen?

 

Objectief

Neurofysioloog Fabrizio Benedetti is een van de voorlopers op het gebied van placebo-onderzoek. Hij ontdekte dat placebo’s werken doordat de hersenen zelf de werkzame stoffen van het verwachtte medicijn aanmaken: bij toediening van een placebo maken parkinsonpatiënten zelf weer dopamine aan en voelen mensen met pijnklachten zich beter door een zelfgemaakte pijnstiller. Jozien Bensing, hoogleraar gezondheidspsychologie, pleit voor een herwaardering van het placebo-effect onder artsen. Ze stelt dat het daarbij niet nodig is om te liegen of neppillen voor te schrijven. Alleen al het ritueel van de behandeling doet wonderen. “Artsen moeten zich bewust zijn dat de verwachtingen van een patiënt een belangrijk effect hebben op het herstel. Met een hoopgevende boodschap kan je als arts al heel veel bereiken.”

Direct na de uitzending kun je doorpraten met wetenschappers in de wekelijkse Labyrint napraatsessie. Kijk mee op de site en stel je vragen via Twitter: @Wetenschap24.nl