Hooggeleerde….

In de Catalogus Professorum Academiae Rheno-Traiectinae vindt u informatie

….. over alle hoogleraren van de Universiteit Utrecht, vanaf de oprichting in 1636 tot heden. Van deze hoogleraren is informatie verzameld over hun opleiding, hun promotie en hun aanstelling aan de universiteit. Daarnaast zijn enkele demografische gegevens opgenomen, zoals geboortedatum en sterfdatum. Er is daarbij geput uit het archief van de universiteit, uit personeelsdossiers en uit secundaire literatuur over de universiteit en over de hoogleraren zelf (zie de bronnen voor meer informatie). In de Catalogus zijn zowel gewoon hoogleraren als bijzonder, buitengewoon, gast-, en kerkelijk hoogleraren opgenomen. Informatie over de verschillende functies vindt u onder leerstoelen.

Homepage

U kunt via de Catalogus op diverse manieren de geschiedenis van de Universiteit Utrecht aan de hand van de hoogleraren benaderen. U kunt individuele hoogleraren zoeken, maar ook bladeren door verschillende faculteiten. Meer informatie over zoek- en bladermogelijkheden treft u aan onder zoeken.
Op de homepage wordt de professor van de dag gepresenteerd. Deze wordt willekeurig gekozen uit alle hoogleraren in de catalogus. Als u op het beeld klikt, komt u bij de informatie van de betreffende hoogleraar (door uw auteur is Prof. Donders geselecteerd).

Daarnaast is informatie te vinden over de geschiedenis van de universiteit en nadere informatie over het project Catalogus Professorum Academiae Rheno-Traiectinae.

Onderzoekers wordt de mogelijkheid geboden in te loggen op de database en zodoende over meer gegevens te beschikken. Meer informatie hierover vindt u onder toelichting voor onderzoekers.

De catalogus is ontwikkeld voor het 375-jarig bestaan van de universiteit, op 26 maart 2011

Bij de lancering waren bijna 2600 hoogleraren opgenomen in de catalogus.

Per jaar worden er enkele tientallen nieuwe hoogleraren benoemd. Hun gegevens worden regelmatig verwerkt.

De Catalogus Professorum Academiae Rheno-Traiectinae is een project van de Universiteit Utrecht met financiële steun van het K.F. Heinfonds, uitgevoerd in opdracht van het College van Bestuur van de Universiteit.