Halvering opnameduur

Dit bericht laat zien hoe nuttig zorgvuldige analyse (retrospectief) van patientgegevens kan zijn. Protocollen zijn op grond daarvan aangepast. Een halvering van de klinische observatieduur bij het stellen (of verwerpen) van een belangrijke diagnose als epilepsie is pure winst. Allereerst voor de patient. Maar zeker ook voor het budget uit het oogpunt van kosteneffectiviteit. Hoe is dit tot stand gekomen?

Video-EEG registraties

In Epilepsy Research* hebben neurologen Fieke Cox en Gerhard Visser, en physician assistant Elise Reus (allen werkzaam bij SEIN, epilepsiecentrum met meerdere locaties) een artikel gepubliceerd over langdurige video-EEG registraties.

Diagnose

Bij aanvalsgewijze klachten, kan er sprake zijn van epilepsie. Hierbij kan het bewustzijn verlaagd zijn of kunnen er schokken van armen en benen optreden. Soms is een diagnose epilepsie echter niet met zekerheid te stellen. Er kan bijvoorbeeld ook sprake zijn van psychogene niet-epileptische aanvallen. Om een zekere diagnose van deze aanvalsgewijze klachten te stellen, is de gouden standaard een video-EEG registratie. Hierbij wordt de persoon met aanvalsgewijze klachten geobserveerd middels een (langdurige) video-opname en gelijktijdig wordt er een EEG (elektro-encefalogram) verricht. Door een aanval op deze manier te registreren, kan in de meeste gevallen een zekere oorzaak van de klachten vastgesteld worden. Het is daarbij van belang, dat de aanvalsgewijze klacht zich ook voordoet tijdens de registratie. Deze langdurige video-EEG registraties worden vaak verricht in tertiaire epilepsiecentra, en duren vaak standaard vijf dagen.

Observatie

Uit onderzoek verricht bij SEIN in Heemstede, blijkt dat gedurende zo’n vijfdaagse video-EEG registratie, ongeveer twee derde van de groep onderzochte mensen de aanvalsgewijze klacht ook krijgt. Dit is vergelijkbaar met de percentages zoals die in eerdere literatuur worden beschreven. In deze groep had het overgrote deel van de mensen in de thuissituatie minimaal één aanval per week. Alle aanvallen werden geregistreerd in de eerste drie dagen, waarvan 93% op dag één en twee. Als er in de eerste drie dagen geen aanvallen optraden, gebeurde dit op dag vier en vijf ook niet meer. Er werd geen verschil gevonden in de manier van voorkomen en de uiteindelijke diagnose.

Conclusie

Hieruit kan men concluderen dat het niet zinvol is om dit type registraties langer dan twee tot drie dagen te laten duren. Tegenwoordig is de opnameduur voor deze registraties bij SEIN locatie Heemstede twee dagen.

*Lees het volledige Engelstalige artikel: Timing of first event in inpatient long-term video-EEG monitoring for diagnostic purposes.