Indicatoren toch van gisteren?

De spreuk ‘er is niets nieuws onder de zon’ niet geheel van toepassing…

….op Indicatoren in de zorg, maar toch…De term Indicator wordt in de vorige eeuw nog lang uitsluitend gebruikt voor de musculus indicator (lees hier)

In mijn boekenkast staat een indrukwekkende rij ingebonden NTvG’s zoals ze onder collega’s kortweg heten. Voluit ‘Het Nederlands Tijdschrift van Geneeskunde’. Stuk voor stuk zeer imponerende ruggen met de gouden letters op een zwartlinnen ondergrond. Ik stuit op een artikel over dijbeenbreuken, die zowel operatief als niet-operatief (conservatief) zijn behandeld in de periode 1909-1922.

Collectie J.T.A. te Gussinklo

Ik krijg de  NTvG’s jaren geleden van een bibliothecaresse (dubbel). Vaak blader ik zo’n deel op een verloren moment door.

In deel I van 1930 (8cm dik) een katern met verzekeringsgeneeskundige bijdragen

Bron: NTvG 1930

Hoe het herstel van de dijbeenbreuk vordert is door de auteur van Eden,’oud-medisch adviseur der Rijksverzekeringsbank‘ weergegeven in een over twee pagina’s verdeeld schema. De meer dan duizend fracturen worden onderverdeeld naar type en het herstelpercentage over de tijd. Duidelijk is dat een samengestelde (gecompliceerder) breuk- de onderste categorie- minder snel en goed hersteld (donkere kleur) dan de andere categorieen. Ja, zelfs leidt tot blijvende invaliditeit (‘blijvende renten’).

Bron: NTvG 1930

De auteur meent een samenhang te zien tussen de kliniek waar de getroffene behandeld wordt en het resultaat. Hij beschouwt daarbij de resultaten van behandelingen over een periode van meer dan tien jaar.

Bron: NTvG 1930

Ook wordt een omrekening gemaakt naar kosten van verzuim voor de verschillende categorieen ziekenhuizen.

Indicator ‘avant la lettre’

Slechts een ziekenhuis mag volgens van Eden de naam ‘ongevallenziekenhuis’ dragen en wel in de mijnstreek. Een expertisecentrum zouden we nu zeggen.