Doorbraak erfelijke bloedarmoede?

Zuurstoftransport  verbeteren

Onderzoekers van Erasmus MC hebben een doorbraak geboekt in het onderzoek naar erfelijke bloedarmoede, waarbij zuurstof in het bloed niet goed wordt getransporteerd. De onderzoekers hebben ontdekt dat ze het zuurstoftransport mogelijk kunnen verbeteren door een bepaald bloedeiwit te bewerken. Ze hebben dit ontdekt dankzij een Maltese familie met een afwijking aan dit eiwit. Dat maken ze bekend in het augustusnummer van het toonaangevende tijdschrift Nature Genetics. De doorbraak opent perspectieven voor de behandeling van mensen met erfelijke bloedarmoede.

Bloetransfusie

Wereldwijd worden er elk jaar 300.000 nieuwe patiënten geboren. Ook in Nederland komt erfelijke bloedarmoede steeds vaker voor. Het gaat hierbij vooral om mensen (en hun kinderen) afkomstig uit landen rond de Middellandse zee. Zij lijden aan chronische bloedarmoede en moeten regelmatig bloedtransfusies ondergaan. Onder erfelijke bloedarmoede vallen ernstige aandoeningen als sikkelcelziekte en thalassemie. Bij sikkelcelziekte vervormen rode bloedcellen, wat kan leiden tot verstopte bloedvaten. Ook kan de afwijking schade aan organen veroorzaken. Bij thalassemie werken de rode bloedcellen niet goed en worden ze sneller afgebroken, waardoor patiënten ernstige bloedarmoede krijgen. Het Erasmus MC heeft voor deze patiënten inmiddels een speciale sikkelcel polikliniek.

Malta

De doorbraak in het onderzoek is mede te danken aan een Maltese familie. Bij veel leden van deze familie is het bloedeiwit KLF1 minder actief. Dat eiwit regelt de aanmaak van de zuurstoftransporteur hemoglobine. De afwijking bij de familie blijkt een gunstig bijeffect te hebben: hun bloed kan beter zuurstof opnemen en transporteren. Die ontdekking kan de sleutel zijn tot een betere behandeling van erfelijke bloedarmoede. ‘Als patiënten hetzelfde KLF1-eiwit zouden hebben als de Maltese familie, zou hun zuurstoftransport dus verbeteren. Dat zou de symptomen van hun ziekte sterk verminderen. Ze zouden mogelijk een leven kunnen leiden zonder bloedtransfusies’, zegt Sjaak Philipsen, onderzoeker op de afdeling Celbiologie van Erasmus MC.

Bij de Maltese familie werkt de aanmaak van hemoglobine net als bij ongeboren baby’s. Omdat baby’s zuurstof uit het bloed van hun moeder moeten halen, maken ze een vorm van hemoglobine aan die sterker bindt aan zuurstof dan volwassen hemoglobine. Als het bloedeiwit KLF1 minder actief is (zoals bij de Maltese familie), komt er meer ‘baby-hemoglobine’ (HbF) in het bloed. Daardoor verbeteren de opname en het transport van zuurstof.

HbF Eiwitstructuur

Laboratorium

Het is de onderzoekers al gelukt om in het laboratorium het eiwit in menselijke cellen zo te veranderen dat het dezelfde eigenschappen vertoont als het eiwit van de Maltese familie. Dit is een grote doorbraak waar wetenschappers wereldwijd al jaren naar uit kijken. Philipsen: ‘Het is gelukt dankzij de toepassing van nieuwe technieken. Vijf jaar geleden hadden we dit resultaat nog niet kunnen behalen. Vervolgonderzoek moet uitwijzen of het ook lukt om het eiwit bij patiënten zo te wijzigen dat de zuurstofopname en transport verbeteren.’